Skip to content

Nieuws uit Nieuw-Zeeland part II: Reizen met Rickert

Met de aankomst van Rick in Auckland, begint voor ons een nieuw deel van onze reis door Nieuw-Zeeland. Rick had dit land al een tijdje op zijn bucketlist staan, maar net voordat hij in oktober vorig jaar wilde vertrekken gooide een niet meer helemaal goed functionerende kruisband roet in het eten. Behoorlijk balen, maar mede daardoor hebben we nu wel de mogelijkheid elkaar hier te treffen. Wat begon als ‘We kunnen elkaar waarschijnlijk wel een paar dagen ergens meeten…’, ging via ‘Misschien kunnen we samen het Noorder Eiland doen?!’ naar het uiteindelijk plan om met z’n drieën heel Nieuw-Zeeland door te reizen. Voor Rick een mooie eerste kennismaking met het land waar hij voor vooralsnog onbepaalde tijd zal verblijven, en voor ons een gezellige reisgenoot erbij. En misschien wel gratis vervoer (op de benzine na dan), want Rick is van plan om een auto te kopen. Roadtrip here we go! Again!

Kopen, kopen, kopen…
Onze laatste daagjes in Auckland staan vooral in het teken van regelen. Terwijl wij bedenken hoe en vooral hoe lang we onze reis nog voort gaan zetten, speurt Rick Facebook en internet af, op zoek naar een auto. Al snel blijkt dat voor een beetje geld best wel wat te kopen is. Als je op zoek bent naar een rijdende hoop rommel tenminste. De beschrijving van auto’s die de revue passeren lijken soms meer op een slechte comedy dan een verkoopadvertentie. “Engine and radiator leak a little, but otherwise the car is perfect!”, is slechts een van de hopeloze gevallen. Ook een ritje langs verschillende autogarages levert weinig op, aangezien de enige enigszins interessante optie na twee minuten proefrit al een oranje engine warning lichtje op het dashboard laat zien. En dan ben je ineens twee dagen verder en zit je nog steeds ‘vast’ in Auckland. Onze laatste hoop is gevestigd op een man die Tijl een aantal dagen eerder op straat aansprak. Hij vroeg zich na het zien van zijn backpack namelijk af of hij misschien op zoek was naar een auto. De ietwat kleine Suzuki Vitara lijkt in eerste instantie tiptop in orde, maar wanneer we onder de auto kijken drupt er toch wel erg veel olie van het motorblok naar beneden.

Een fatsoenlijke auto vinden blijkt dus moeilijker dan gedacht. Het kan natuurlijk wel, maar dan moet je of veel geluk of meteen een heel stuk meer te besteden hebben. Daarnaast weet Rick eigenlijk nog steeds niet precies wat voor auto hij zoekt (4×4, busje, met ingebouwd bed of tentje/daktent, etc…) en dus zit op korte termijn iets kopen er nu niet in. We besluiten maar weer eens gek te doen en een Wicked (camper) te huren. Dat was ons in Tasmanië namelijk prima bevallen en de kosten vallen ook wel mee als je de rekening door drie kan delen. Snel doen we alle inkopen en maken we een planning voor de komende tijd. We gaan vanuit Auckland op weg naar het oosten, naar de Coromandel. De route langs de kust zit vol uitzichtpunten en we doen er dus ook iets langer over dan gepland. In de buurt van het stadje Thames strijken we neer voor onze eerste freedomcamping-ervaring in Nieuw-Zeeland. En onze eerste nacht in de daktent. Bij Lisanne en Joren hebben we die nog snel vol met oude lakens, dekens en kussens gegooid (nogmaals dank!), dus koud zullen we het niet krijgen. Het opzetten gaat gelukkig meteen goed en als daarna zelfs het ligcomfort prima blijkt, voelen we ons de koning te rijk! Laat die eerste nacht en de roadtrip door Nieuw-Zeeland maar komen.

Heet water, vuurwerk en een bommetje
Na een prima eerste nacht vervolgen we onze weg. We maken een rondje over de Coromandel, een groot schiereiland, dat wordt gekenmerkt door de vele mooie stranden aan haar kust en een binnenland dat grotendeels wordt bedekt door regenwoud. Irma, die tijdens dit deel van onze trip de taak van gids op zich heeft genomen, stuurt ons allereerst naar Cathedral Cove, een klein baaitje waar we behalve een imposante zandstenen boog (en andere rotsformaties) ook nog een waterval die rustig op het zand neerklettert vinden. De wandeling ernaartoe heeft ons wel hongerig gemaakt en dus lunchen we liggend in het zonnetje, met uitzicht over Hahei Beach. De laatste stop voor vandaag is Hot Water Beach, waar je met behulp van een schepje een kuil kan graven, op zoek naar het warme water dat hier uit twee ondergrondse hot springs omhoog borrelt. Mix dit met wat koud water uit de zee en je hebt een heerlijk bad! Dat mixen is trouwens hoogstnoodzakelijk, want de temperatuur van het water dat hier uit de grond komt ligt rond de 60°C. Wanneer wij er laat in de middag aankomen is het helaas te hoog water voor een privé-badje, maar met onze voeten in het zand krijgen we een aardig idee van hoe heet zo’n kuipje kan worden. Als we ’s avonds zitten te eten knalt het vuurwerk ons plotseling om de oren. Er blijkt in Pearoa iets te vieren te zijn, want wij kunnen een goed half uur van de show genieten. Veel beter dan een film op de iPad.

Mt Manganui, onze volgende bestemming, doet mij en Irma denken aan The Nut in Tasmanië. We wandelen temidden van de hordes actievelingen, allemaal op en top uitgerust en aangekleed, op onze slippertjes en in korte broek naar boven. Het uitzicht vanaf de top is op z’n minst spectaculair te noemen en een kijkje op Google Maps leert ons dat we zo’n 80 kilometer ver kunnen kijken, helemaal tot aan White Island. Kunnen we in ieder geval zeggen dat we dat ook nog gezien hebben, want deze actieve vulkaan is in privébezit en de vluchten en cruises er naartoe vallen ver buiten ons budget. Via de ruwe kustlijn aan de voet van de berg, waar we wat geklauter over de rotsen niet kunnen laten, lopen we terug naar de boulevard waar we de auto geparkeerd hebben. Na een nieuwe lunch aan het strand rijden we het binnenland in, op zoek naar wat jungle. In de NZ Fenzy, een leuke gids met allerlei off-the-beaten-track bezienswaardigheden, hebben we namelijk een verborgen waterval gevonden, waar nog wat meer geklauterd (en misschien wel gezwommen) kan worden. Als we aankomen blijkt een combinatie van de twee ook mogelijk, wat Irma op de gevoelige plaat vast legt.

Met Bro’Town in Fart-Town
Omdat we bang zijn op het Zuidereiland in tijdnood te komen, besluiten we de route langs de kust (die we eigenlijk uitgestippeld hadden) te laten voor wat het is en vanaf nu het hart van het Noordereiland in te duiken. We zetten koers naar Rotorua, ook wel bekend onder de naam Sulpher City. Maar eerst stoppen we bij een nieuw NZ Frenzy pareltje, de Hamurana Springs Walkway. Deze korte wandeling, onder een verzameling enorme Redwood Pines en langs een bizar helder stroompje, blijkt inderdaad ‘one of the best easy walks anywhere in New Zealand!’. Als we niet veel later Rotorua naderen, wordt meteen duidelijk waar de stad zijn bijnaam aan dankt: een behoorlijk penetrante zwavellucht komt ons tegemoet. Rotorua ligt in een gebied met veel geothermische activiteit, te danken aan de enorme vulkaan die hier ooit lag en in wiens krater nu het meer met dezelfde naam te vinden is. Een korte wandeling door de stad voert ons langs alle gratis te bezichtigen natuurfenomenen, waaronder een dampend meer en een zwavelgele baai. De enorme verzameling borrelende modderbaden en hot springs die we passeren zijn leuk om een keer gezien te hebben, maar echt boeien doen ze niet. De geiser die we iets later vanuit een uitzichtpunt zo’n 25 meter omhoog zien spui tendoet dat wel, maar wil je daar dichterbij komen dan moet er natuurlijk eerst betaald worden. We laten Fart-Town (de officieuze maar veel leukere bijnaam van de stad) achter ons en klappen onze daktent weer uit op een camping aan een meertje, waar we na een mooie zonsondergang weer ons bedje opzoeken.

Hoewel de telelensfoto’s van de geiser lang niet slecht waren, willen wij dit natuurverschijnsel toch wel eens van wat dichterbij bekijken en dus rijden we de volgende dag naar de Lady Knox geiser, de hoofdattractie van Wai-O-Tapu Thermal Wonderland. In dit park zijn een aantal van de meest kleurrijke thermische baden van Nieuw-Zeeland te vinden en wij zijn na het zien van een groot aantal ansichtkaarten erg benieuwd hoeveel photoshop wij voor hetzelfde resultaat nodig zullen hebben. Maar eerst dus even kijken naar de dame die elke morgen om 10.15 uur haar warme welkom uitspreekt. Dit door menselijk ingrijpen getriggerde fenomeen is spectaculair om te zien, maar vooral het verhaal over het proces dat hieraan voorafgaat is interessant. Toen een aantal arbeiders hier zo’n 100 jaar geleden namelijk besloot hun kleding in het warme water van de hot spring te wassen, vlogen de kledingstukken na het toevoegen van zeep plotseling door de lucht. De zeep zorgt voor een onderbreking in de oppervlaktespanning tussen de twee waterreservoirs die zich ondergronds bevinden, met de spuit water tot gevolg. Na de nodige foto’s verwonderen we ons aan de surrealistische kleuren in de rest van het park, met de Champagne Pool (oranje en blauw) en Artist’s Palette (geel, groen en van alles daartussenin) als hoogtepunten. Een erg enthousiaste medewerker van het park groet ons bij het verlaten van de parkeerplaats met de uitroep “Yeah man! Bro’Town!”, refererend aan de kleurrijke paintjob van onze auto. Bro’Town, voor ons op dat moment nog onbekend, blijkt een South Park-achtige Nieuw-Zeelandse televisieserie, die inmiddels al de nodige leuke reacties heeft veroorzaakt. We sluiten de dag af in een kleine hot spring, compleet met waterval, die we na het oplossen van een raadsel uit de NZ Fenzy hebben weten te vinden.

Van Taupo naar Taranaki
“Ik doe morgenvroeg een ochtendduik in het meer! Gaan jullie dan mee?”. Dat was ongeveer de uitspraak van Irma toen we aankwamen op onze camping aan Lake Taupo. Maar toen was de lucht nog strakblauw en het zonnetje stralend. De volgende morgen ziet het er een stuk minder verleidelijk uit, maar toch laat ze zich niet uit het veld slaan. En wij dus ook niet. Na de verkoelende plons rijden we naar het stadje Taupo, waar we bij het Information Center wat info over de Tongariro Alpine Crossing vragen, volgens velen de mooiste dagwandeling ter wereld. Met mooi weer tenminste, want als dat slecht is kun je die ‘mooiste wandeling ter wereld’ op je buik schrijven. Helaas wordt wat wij eigenlijk al vreesden werkelijkheid, want het weer gaat de komende dagen ronduit dramatisch zijn. Zaterdag wordt het zoals het er nu uitziet pas beter, en dus moeten wij voor de komende twee dagen ons plan aanpassen. We besluiten de Forgotten World Highway te gaan rijden, een route die ons dwars door de ruwe binnenlanden naar de westkust van het eiland brengt. Vooral het eerste deel van de 155 kilometer lange weg is mooi, met glooiende heuvels, diepe kloven en regelmatig een goed viewpoint. In Whangamomona (30 inwoners) laten we een stempel in ons paspoort zetten, want dit blijkt sinds 1989 een onafhankelijke republiek te zijn. Weten we dat ook weer.

En dan is ie daar ineens, alsmaar groter wordend doemt ie voor ons op. Mt Taranaki, een perfecte kegel van een vulkaan, compleet met witte top. En dat wij die top bijna helemaal kunnen zien is best wel uniek, want meestal verstopt ie zich in de wolken. We geven snel wat extra gas, want nu de gelegenheid zich voordoet wil Tijl heel graag de perfecte reflectie foto maken. Een wandeling van ongeveer anderhalf uur, naar een klein bergmeertje, moet dat ultieme kiekje op kunnen leveren. Helaas blijkt het weer weer eens tegen te werken, want eenmaal boven kunnen we Mt Taranaki niet eens zien liggen, zo mistig is het geworden. Dat we op weg naar beneden ook nog eens een regenbui op ons dak krijgen maakt Tijl’s stemming er niet beter op. We rijden voor onze volgende overnachting naar een camping aan de kust. Dat er weinig mensen staan vinden we best wel vreemd, want het is echt een prachtig plekje. Als ’s nachts de wind plotseling ‘aan’ gaat, begrijpen we waarom. Probeer maar eens te slapen in een flapperende tent met windkracht 10 aan de kust.

Daar gaan we ‘weer’…
De volgende morgen, na een nacht waarin we alles bij elkaar waarschijnlijk anderhalf uur hebben kunnen slapen, besluiten we de slaap uit onze oogjes te laten waaien op het strand. Via de Surfer’s Highway rijden we naar Timaru Point, waar we de resten van de S.S. Gairloch uit het water zien steken. Van het in 1903 vastgelopen schip is niet heel veel meer over, maar het strand blijkt een mooi plekje voor een wandeling en het bewonderen van de golven. Plotseling duikt er een zwarte hond op, die door zijn stok voor ons neer te leggen weinig aan de verbeelding over laat. We gooien zijn speeltje een aantal keer voor hem weg, totdat zijn surfende baasje al roepend uit het water komt omdat het beestje al bijna bij ons in de auto zit. We rijden weer terug naar Lake Taupo, opnieuw over die vergeten weg, en meeten daar voor een tweede keer met Lisanne en Joren, die samen met ons de Tongariro Alpine Crossing willen gaan lopen. Deze al eerder benoemde wandeling vind je in het Tongariro National Park, dat wordt gekenmerkt door drie actieve vulkanen – Ruapehu, Ngauruhoe (Mt. Doom in Peter Jackson’s The Lord of the Rings trilogie) en Tongariro. Het park is ontzettend populair, wat het helaas ook erg druk maakt. Al helemaal als het de enige zonnige dag (zoals voorspeld) in de week is, die dan ook nog eens een zaterdag is. Wij hopen de grootste drukte voor te kunnen zijn en zetten daarom extra vroeg de wekker.

Het vroege opstaan wordt gelukkig meteen beloond met een mooie zonsopkomst over Lake Taupo, waar onze camping van die nacht aan is gelegen. Na wat fotootjes rijden we snel richting het eindpunt van de wandeling, waar we een van de auto’s achterlaten. Als sardientjes in een blik rijden we vervolgens in de andere auto naar het beginpunt van de track, waar het ondanks het vroege uur toch al druk is. En ook ondanks het weer, want hoewel de voorspelling goed was ziet het er niet heel goed uit. Tijl luistert even wat de gids van een groep wandelaars over de voorzichten denkt en volgens hem is het tot de middag helder op de top. Mooi! We gaan in een flink tempo omhoog, maar hoe hoger we komen hoe slechter het lijkt te worden. Na een uurtje begint de harde en vooral steenkoude wind zijn tol te eisen. Schuilend achter een grote rots trekken we allemaal onze regenkleding aan, waarna het allemaal net wat draaglijker wordt. Terwijl ons huilende meisjes in spijkerbroeken en leggings tegemoet komen (“Het zou toch mooi weer worden?!”), zetten wij door richting de top. Eenmaal boven kunnen wij slecht gissen naar hoe mooi het hier onder een stralend zonnetje moet zijn, want we zien geen hand voor ogen. De hagelbuien die inmiddels over ons heen trekken maken rustig rondkijken ook niet echt aantrekkelijk en dus beginnen we maar meteen aan de weg naar beneden. Als tegen het eind van de bijna 20 kilometer lange wandeling het zonnetje dan toch nog even doorbreekt kunnen we nog wat mooie foto’s van de omgeving maken, maar meer dan dat zat we vandaag gewoon niet in.

Op naar het zuiden
De volgende morgen nemen we afscheid van Lisanne en Joren (er moet natuurlijk gewoon gewerkt worden, behalve door ons dan) en zetten we koers naar het zuiden, op naar Wellington. De Nieuw-Zeelandse weergoden lijken opnieuw slechte zin te hebben, want hoe lang we ook rijden, het klaart maar niet op. We maken desondanks een tussenstop aan het strand, want Foxton Beach met al haar driftwood is een bijzondere verschijning. Onze camping voor de nacht ligt in Rivendell, een andere filmlocatie uit The Lord of the Rings. Rick en Tijl proberen te ontdekken waar welke set gestaan moet hebben, maar zelfs met behulp van de informatieve panelen blijkt dat een hele opgave. Bovendien zag het er in de films toch veel mooier uit. De volgende morgen staat Wellington op het programma, een stad die erg leuk schijnt te zijn. De regen zorgt er echter voor dat er van sightseeing weinig terecht komt. Veel verder dan het Te Papa museum komen we dan ook niet, alhoewel de exposities daar dat zeker geen straf maken. Zo zijn we van alles te weten gekomen over de extreme natuurverschijnselen die Nieuw-Zeeland geregeld teisteren en maakte de expositie over WOI erg veel indruk. Na een aantal koppen koffie in een cafeetje in de Mexicaanse buurt rijden we naar onze laatste freedomcamping op het Noordereiland. Hopelijk regent het in het zuiden wat minder.

Dit bericht heeft 3 reacties

  1. Jammer van t weer af en toe maar desondanks toch verschillende heel mooie en herkenbare kiekjes!! Ben eigenlijk wel benieuwd hoe dat busje van binnen in elkaar zat haha,.. geniet van Hawaï en we contacten! XxXx

  2. Hoi Irma en Tijl,
    Wat een mooi land en een mooie auto . Fijn als je zo het land kunt beleven.
    Nieuw Zeeland is wel de moeite waard zoals ik de foto’s zie.
    Geniet er nog lekker van.
    Groetjes, Toine en Wilma

  3. Tja wel wat laat, ben aan een inhaalslag begonnen wat jullie verhalen betreft. Inmiddels in de wetenschap dat ik die slag niet meer ga halen. Maar afijn…..prachtige beelden en verhalen. Alleen het weer heeft regelmatig wat roet in het eten gegooid.
    Ik ga snel verder lezen hoe jullie op zuidereiland troffen.
    Al die lagen kleding aangeschaft voor jullie grote reis hebben inmiddels al heel vaak goed dienst gedaan, dat is dan weer wel mooi meegenomen.

Het is niet mogelijk een reactie te plaatsen.