Skip to content

India’s eerste indruk

Pfieuw, we zijn er nog… In een bus die waarschijnlijk al in 1995 niet meer door de APK was gekomen, die krantenknipsels in plaats van glazen ruiten had en waar ’s nachts ook nog eens de halve versnellingsbak onderuit viel (2 uur vertraging, want ze fixen het ‘on the spot’), reden wij van Kathmandu naar Kakkarbhitta, een klein dorpje op de grens van Nepal en India. Een reis van zo’n 17 uur, maar gelukkig wel een directe, dus geen gedoe. Of dat denken we tenminste. We worden op een ongeveer 100 km van de grens namelijk uit de bus gekickt en gedwongen over te stappen op een lokale bus. Zo’n drie uur later zijn we dan toch op de plaats van bestemming. We moeten even zoeken naar het kantoor van de douane, maar dan hebben we ons stempeltje en kunnen we Nepal uit. Hetzelfde overkomt ons aan de andere kant, maar na een aantal keer vragen komen we dan toch bij het, redelijk achteraf gelegen, douane kantoor in India. Een paar minuten naar onze paspoorten staren verder worden de stempels gezet en kunnen we eindelijk India in.

Toy Train en Thee
Onze eerste bestemming in India is Darjeeling, in het uiterste noord-oosten. Darjeeling is namelijk de eindhalte van een zeer bijzonder treintje. En die kunnen we als echt treinreizigers natuurlijk niet overslaan. Tot zover bevalt het treinen erg goed, dus we zetten het in India graag voort. De Darjeeling Himalayan Railway mag dan zeker niet ontbreken. Over een door de Britten aangelegd spoortje van zo’n 60 cm breed, kringelt een klein treintje met behulp van een ouderwetse diesel- of stoomlocomotief over de Hill Cart Road omhoog. Hier en daar diezelfde road overstekend (met een zeer plaatselijke ochtendspits tot gevolg) en dwars door de over de berg verspreide dorpjes heen tuffend, lijkt het nog het meest op een tafereel uit Madurodam. Misschien dat dit treintje daarom wel de bijnaam ‘Toy Train’ heeft. Onderweg biedt de route een prachtig uitzicht over een aantal hoge toppen van het Himalaya gebergte, bij helder weer soms zelfs Mt. Everest. De eerste rit was in 1881 en bracht de theevelden hoog in de bergen in verbinding met de rest van India. Tegenwoordig dient de rit vooral om de toeristen die er op af komen te verblijden. Zo ook ons.

Na een overnachting in een waardeloos hotelletje in Kurseong (dat gebeurt nou eenmaal af en toe), zijn we vroeg uit de veren en zitten we om 7 uur klaar voor vertrek. Het treintje toetert zich suf terwijl we door verschillende dorpjes komen, waar de dagelijkse dingen ondertussen gewoon door gaan. Vlak na Ghum, India’s hoogst gelegen treinstation, zien we vanaf de beroemde Batasia Loop (een soort haarspeldbocht in het spoor) in de verte de besneeuwde toppen van de Kanchenjunga, de op twee na hoogste berg van de wereld. De aanblik van deze machtige top verklaart meteen de naam, die in het engels vertaald wordt als ‘Five Peaked Snow Fortress’. Een uurtje later arriveren we op onze eindbestemming: Darjeeling. Omdat de afgelopen dagen niet echt in het teken hebben gestaan van goed slapen of uitrusten, kiezen we dit keer voor een iets luxere accommodatie. Een goede nachtrust kunnen we wel gebruiken. Maar eerst de stad maar eens verkennen.

Het koloniale karakter van dit stadje, de relatieve rust (het blijft India) en de setting tussen de vele theevelden maakt Darjeeling tot de perfecte start voor ons India avontuur. We zien er zelfs een aantal kerken, en dat is toch al weer even geleden. Na een en ander uitgezocht te hebben in ons hotel (treinkaartjes, SIM-kaart, hostel in Varanasi en nog wat blog gerelateerde zaken) lopen we richting Darjeeling Zoo, die bekend staat als een van de mooisten van India. Het blijkt uiteindelijk niet veel bijzonders, al zien de dieren die er rondlopen er gelukkig uit, het zal wel goed zijn dus. In de zoo ligt daarnaast het Himalayan Mountaineering Institute (HMI), wat bekend staat als een van de beste instituten op het gebied van bergbeklimmen ter wereld. Vooral de tentoonstelling over de eerste beklimmingen van Mount Everest maakt veel indruk. Daarna zijn we nog net op tijd voor een rondleiding door Happy Valley Tea Estate (exclusieve leverancier voor Harrods in Londen) en komen zo wat meer te weten over het produceren van Irma’s favoriete drankje, als het koud is. Een kleine proeverij als afsluiter maakt dit een absolute aanrader voor als je ooit eens in de buurt bent;). We lopen terug door de levendige straatjes van Darjeeling en kruipen na een heerlijk Indiaas avondmaal vroeg ons bed in.

Vroeg of laat
De volgende morgen worden we vroeg gewekt door onze wekker. De klok geeft 4.00 uur aan, tijd om op te staan. We willen namelijk de zonsopkomst gaan bekijken vanaf Tiger Hill, een beroemd uitzichtpunt in de heuvels boven Ghum. Met een shared jeep, een populair vervoersmiddel hier, gaan we richting Tiger Hill. Onze chauffeur zal daar op ons wachten en ons na de zonsopkomst weer naar Darjeeling brengen. Het is een drukte van jewelste op het kleine platform, maar gelukkig vinden we een prima plekje vooraan. De roodoranje zon op de toppen van Kanchenjunga betekent onze laatste blik op de Himalaya, een waardige afsluiter. Wie weet zien we dit geweldige gebergte vroeg of laat nog eens.

Rond 7.00 uur zijn we weer terug bij ons hotel. Omdat onze trein naar Varanasi pas om 14.00 uur vertrekt en de rit naar het station ongeveer 3 uur duurt besluiten we nog even terug in bed te kruipen. Als we om half 10 uiteindelijk weer een shared jeep aanhouden krijgen we te horen dat de prijs vanwege een omleiding hoger is dan op de heenweg. Na wat onderhandelen stappen we in en zijn we weg. Hadden we ons nou maar druk gemaakt over hoeveel langer de rit vanwege de omleiding zou duren in plaats van hoeveel duurder het zou zijn. Met nog 10 minuten op de klok rennen we het station binnen. We gaan haastig op zoek naar het juiste spoor, maar onze trein is nergens te bekennen. Hij zal toch niet al weg zijn…

We besluiten maar gewoon te wachten, in de hoop dat onze trein toch nog komt. Na het kopen van lunch en een krant (nee geen telegraaf pap), vragen we nog maar eens een keer wat rond over de status van ons treintje. Een officieel uitziend mannetje komt uiteindelijk met het verlossende woord: onze trein is gecanceld. Voor niks zo gehaast dus, maar wat nu? We moeten ons melden bij de CTI (Chief Ticket Inspector), die ons doorstuurt naar ‘a blue building outside the platform’. Hij wijst naar rechts, dus wij besluiten rechts het perron af te lopen. Halverwege het rangeerterrein worden we aangesproken door een vriendelijke man die na enige uitleg aangeeft dat we hier toch echt verkeerd zitten. Hij loopt met ons mee naar het blauwe gebouw (het ticket office) en helpt ons zelfs met het invullen van het annuleringsformulier en het regelen van een nieuwe trein! Die is pas ’s avonds laat, dus we zullen nog wat langer op het station moeten wachten, maar we kunnen in ieder geval richting Varanasi.

Valentijn in Varanasi
De volgende dag, 14 februari en dus Valentijnsdag, komen we aan in Varanasi. Een stad waar ik behoorlijk tegenop heb gezien. De verhalen die we van veel mensen die we tot nu toe zijn tegengekomen hebben gehoord, waren lang niet altijd positief. Vies, veel te druk, geluidsoverlast, stank en ga zo nog maar even door. Niet echt iets om naar uit te kijken dus. Maar toch gaan we erheen. Als je in India bent moet je Varanasi namelijk gewoon gezien hebben. En dus stappen we rond 16.00 uur de trein uit en een riksja in om op zoek te gaan naar ons hostel. De enigszins toeristische route die onze chauffeur besluit te nemen laat ons meteen kennismaken met de enorme drukte die Varanasi heet. Overal riksja’s (auto en fiets), fietsen, auto’s, vrachtwagens, scooters, motors en koeien. Ja koeien, want die zijn heilig in India en zie je dus overal! Midden op een kruising liggen ze te slapen, terwijl het verkeer aan alle kanten voorbij raast. Een bijzonder schouwspel. Na een hectisch ritje komen we aan bij ons hostel. De chauffeur van onze tuktuk probeert ons nog even te foppen door te zeggen dat we maar vier in plaats van vijf briefjes hebben gegeven, maar daar trappen we niet in. Al ga je toch wel even twijfelen als ze vol blijven houden. Uiteindelijk wordt de beste man weggestuurd door de receptionist van ons hostel. Een trucje uit de oude doos zegt hij, dat proberen ze wel vaker.

Nadat we ons op onze dorm geïnstalleerd hebben gaan we naar beneden voor wat meer info over de stad. Ook krijgen we van diezelfde receptionist een paar goede restaurant tips. We kiezen voor iets wat dichtbij ligt, want we hebben honger. Kerala Cafe blijkt erg populair, ook bij Indiërs, wat vaak een goed teken is. Na een overheerlijk maal besluiten we nog even de stad in te lopen, om al vast wat rond te kijken. Aan de oevers van de Ganges, de heilige rivier, is het leven nog in volle gang. We zien mensen zich baden, kinderen cricket spelen en treffen hier en daar een verdwaalde koe aan. Verderop flikkert het licht van de verbrandingsvuren bij Manikarnika Ghat. De crematies gaan daar dag en nacht door. Als we dichterbij komen wordt ons gevraagd om uit respect voor de families van de overledenen geen foto’s te maken. Een verzoek wat wij zeer logisch vinden maar wat door sommige toeristen blijkbaar niet altijd gehonoreerd wordt. We kijken nog even geïntrigeerd naar het proces wat aan de crematies vooraf gaat en besluiten dan weer terug te lopen. Morgen krijgen we meer uitleg tijdens de vermaarde Ghat Tour van ons hostel.

De volgende dag begint met de zonsopkomst vanaf een bootje op de Ganges. Dan zou Varanasi namelijk op z’n mooist moeten zijn en dus dobberen we om half 6 op het water. Gelukkig blijkt onze tipgever het bij het juiste eind te hebben. Als de zon aan de hemel verschijnt baadt Varanasi in een gelig licht, een perfect plaatje. Het is mooi om te zien hoe de stad langzaam ontwaakt. Pelgrims die in Varanasi aankomen beginnen hun dag vaak met een bad in de rivier, voordat ze de vele tempels gaan bezoeken. Iets dat wij ook gaan doen, al slaan we het bad maar over. Die middag bezoeken we onder begeleiding van een gids een aantal tempels. Terwijl we rondlopen vertelt hij ons over het Hindoeïsme en alle gebruiken die daarbij horen. De drie belangrijkste goden zijn Brahma (de schepper), Vishnu (de beschermer) en Shiva (de vernietiger). Alledrie zijn zij getrouwd en hun vrouwen zijn de belangrijkste godinnen. De drie belangrijkste kleuren zijn rood (krachtig), geel (ontvankelijk) en oranje (heilig). Een geel geschilderde tempel heeft die kleur dus om mensen welkom te heten en de kans is groot dat het beeld van de god in die tempel oranje is.

Voordat we de Ghat Tour beginnen gaan we nog snel even de stad in, op zoek naar Blue Lassi, ‘The Best Lassi In Varanasi’ en misschien wel in heel India. Lassi, een soort yoghurt of kwark maar dan drinkbaar, is een typisch Indisch drankje wat wij behoorlijk lekker zijn gaan vinden. Bij Blue Lassi maken ze de lekkerste, in allerlei smaken en met verse ingrediënten. Onze ‘Coconut-Blue Berry-Chocolate’ en ‘Coffee’ Lassi stellen zeker niet teleur. Moe maar voldaan (we moesten nogal haasten om op tijd terug te zijn) stappen we voor de tweede keer vandaag in een bootje en varen de Ganges op. Onze gids vertelt ons over de verschillende ghats en natuurlijk over de Ganges zelf, de heilige rivier, of Mother Ganges. Een van de meest vervuilde rivieren ter wereld, maar jezelf hierin wassen reinigt je van al je zonden. En dat zien we dus ook veel mensen doen. Verder stroomopwaarts wordt het aantal badende mensen echter steeds kleiner. We komen dichter en dichter bij Manikarnika Ghat, de verbrandings ghat.

Karma, we kennen het woord allemaal. Wie goed doet, goed ontmoet om het in boerenfluitjes taal te zeggen. Een Hindoe gelooft dat het leven cyclisch is, een constant proces van dood en wedergeboorte. Door middel van goed karma kan ‘positieve’ reïncarnatie bewerkstelligt worden en kan uiteindelijk verlichting, ofwel Moksha bereikt worden. Er is echter nog een andere manier om aan deze cyclus te ontsnappen: sterven en gecremeerd worden in Varanasi, om vervolgens teruggegeven te worden aan Mother Ganges. Het lichaam van een overledene wordt door mannelijke familieleden en vrienden naar Manikarnika Ghat gebracht, nog een laatste keer gedoopt in de rivier en vervolgens op een brandstapel gelegd. Met behulp van een heilig vuur wordt deze aangestoken, waarna iedereen blijft kijken totdat het lichaam volledig is verbrand. Vrouwen zijn hier niet toegestaan, want zij zouden te veel huilen en dat zou de ziel van de overledene alsnog kunnen verdoemen. Bij mannen blijft niets dan het borstbeen en bij vrouwen de heupen over, de sterkste botten. Het klinkt misschien allemaal luguber, maar als je dit van dichtbij meemaakt besef je hoe mooi deze manier van afscheid nemen eigenlijk is.

De volgende dag nemen wij ook afscheid, afscheid van Varanasi. Als ik kijk naar onze ervaringen in deze bijzondere stad snap ik niet waar al die negatieve verhalen van andere reizigers vandaan komen. Oké, het is niet de aller schoonste stad die ik ooit heb bezocht, of de aller rustigste, maar de geschiedenis en de emotie die bij deze stad horen zijn indrukwekkend. Een heilige plaats voor Hindoes, die er tenminste één keer in hun leven geweest moeten zijn, een zeer populaire plek onder toeristen, waardoor de stad een mix van mensen is, en een stad die bruist van de energie, dag en nacht. Varanasi is het allemaal tegelijk. Aankomen op Valentijnsdag, misschien dat ik er daarom wel verliefd op ben geworden.

Awesome Agra
We reizen per trein van Varanasi naar Agra, een rit van ongeveer 12 uur. We komen ’s morgens rond zes uur aan, wat ons voldoende tijd moet geven om de highlights in en rond Agra in één dag te bezoeken. We kunnen misschien zelfs wel de zonsopkomst boven de Taj Mahal bekijken. Mits de trein geen vertraging heeft natuurlijk. Wij en Indiase treinen, het blijkt geen goed huwelijk. Onze trein vertrekt een uur later dan gepland en verliest onderweg nog wat meer tijd, geen zonsopkomst dus. Na aankomst bij ons hotel blijken de kamers niet veel soeps (zoals booking.com al aangaf), maar het dakterras is gelukkig prachtig (reden voor ons om er toch heen te gaan). Vanuit de trein zagen we de Taj al een beetje, vanuit hier hebben we echt een super uitzicht. We checken snel in en gaan dan richting het misschien wel mooiste bouwwerk ter wereld. Helaas zijn wij en mooie gebouwen ook geen goed huwelijk: ze staan bijna altijd in de steigers! Zo ook hier, dus een ansichtkaart foto zit er voor ons niet in. Al was dat sowieso lastig geworden met de enorme hoeveelheid toeristen die er op af komen.

In 1631 overlijdt Mumtaz Mahal, vrouw van keizer Shah Jahan, tijdens de bevalling van hun 14e kind. Met gebroken hart, door dit veel te vroege verlies, besluit Shah Jahan een mausoleum voor haar te bouwen wat zijn weerga niet kent. Volledig uitgevoerd in wit marmer, versierd met een ongelooflijk precies ingelegd patroon van bloemen en geheel symmetrisch, de Taj Mahal is inderdaad een bouwwerk dat zijn weerga niet kent. Velen zeggen dat dit het mooiste gebouw ter wereld is, en wij snappen heel goed waarom. Een audioguide leert ons alle feitjes over het gebouw, bijvoorbeeld dat de kalligrafieën naar boven toe steeds groter zijn uitgevoerd, om het effect van perspectief te verbloemen. Sta je ervoor om ze te lezen dan lijken ze naar boven toe nog steeds precies even groot als beneden. Een knap staaltje ontwerpen aldus Tijl.

Nadat we dit hoogtepunt van Agra (en India?) hebben bezocht, verplaatsen we ons naar de andere kant van het centrum, waar zich Agra Fort bevindt. Dit fort kan beter omschreven worden als een ommuurde stad, die door de combinatie van rood zandsteen en marmer erg bijzonder is. Er een poosje rondwandelen, over de binnenplaatsen en door de kamers van de voormalige heersers, is dan ook zeker de moeite waard. Wanneer we rond het middaguur deze beide highlights hebben gezien besluiten we ook nog af te dwalen naar iets buiten de stad, naar Fatehpur Sikri, wat vroeger de hoofdstad van het Moghul rijk was. Dat moet nog net lukken: Een uurtje er naartoe, een uurtje daar besteden en vervolgens weer een uurtje in de bus terug naar Agra, om weer op tijd terug te zijn voor de zonsondergang bij de Taj Mahal. Dit blijkt gelukkig een goed idee te zijn en ook zeker de moeite waard. Ook lukt het ons op tijd terug te zijn in Agra en zodoende dobberen we tijdens zonsondergang op de rivier die langs de Taj Mahal stroomt. Helaas is de zonsondergang (vooral door de smog in de lucht) niet wat we gehoopt hadden en het plaatje is door de grote hoeveelheid afval in de rivier ook een klein beetje aangetast. Ondanks dit en de zoemende muggen om onze oren voelt het toch nog een beetje als het inhalen van Valentijnsdag.

En daarmee komt een einde aan onze eerste week India. Tot dusver gelukkig geen oplichtingspraktijken, berovingen of de bekende ‘Dehli Belly’, maar wel heel veel vriendelijke, hulpvaardige mensen en mooie bezienswaardigheden. So far so good dus. We laten het noordoosten achter ons en gaan op weg naar het westen, naar Jaipur, de hoofdstad van Rajasthan. Nog een keer vroeg opstaan overleven we wel, met als beloning een half dagje langer in Jaipur. We hadden uiteindelijk best wat langer kunnen blijven liggen want je raadt het al: vertraging. Het is en blijft India.

Dit bericht heeft 6 reacties

  1. Hahaha! Wel goed om te zien dat jullie in die eerste aftandse bus wel wifi hadden! ?
    Erg indrukwekkende verhalen met prachtige foto’s. Die ganges met zijn crematie en tegelijk bad rituelen blijf ik bizar vinden.
    Ook grappig om te zien dat ze zich daar totaal niet druk maken om schilderen of onderhouden van huizen. Wat een bouwvallen! Lekt het daar nooit in een hostel? Of gewoon nog geen regen gehad?
    En zijn jullie eigenlijk nooit bang? Ik weet niet of ik in zown grote drukke stad, waar ik van Hot naar her gestuurd werd en van het kastje naar de muur, nog zo op mijn gemak zou zijn.
    Ben benieuwd naar de volgende avonturen.
    Pas goed op elkaar en make memories to remember, ook voor ons.
    ?

    1. Haha, als die WiFi dan ook nog eens had gewerkt 😉
      Maar tot nu toe nog geen echte regen (en dus lekken) ervaren, maar gelukkig zien de hostels waar we blijven er meestal wel ok uit 🙂
      Bang zijn we gelukkig nog niet geweest, denk dat het scheelt dat we met z’n tweeën zijn want als ik (Irma) alleen over straat loop trek ik toch wel ongemakkelijk veel aandacht, alleen door het feit dat ik blank ben. Maar gelukkig nog geen vervelende dingen gehad dus hopelijk blijft dat zo, daar gaan we in ieder geval voor! En ook voor die herinneringen to remember! We zullen ze allemaal delen 😉 xx

  2. Hallo Irma en Tijl,
    Wij hebben elkaar in Lhasa een paar keer getroffen. Per toeval kwam ik eenmaal weer thuis uit Tibet op jullie reisblog terecht. Jullie maken een geweldig prachtige wereldreis zeg!!! En beleven op deze manier veel indrukwekkends. Geniet nog lekker verder van jullie reis.
    Groetjes, Ellen

  3. Wowwh, vroeg uit de veren voor een tripje ‘Tiger Hill’ is zeker geen straf bij het zien van de beelden! Wat een mooie shots voor 1 weekje India, de Taj Mahal staat hier nu ook op het verlanglijstje wat een beauty!

    Hou de Karma goed vriendjes! X

Het is niet mogelijk een reactie te plaatsen.