Skip to content

Wat te doen rond het Comomeer?

Met het oog op onze wereldreis hadden wij vorig jaar (2014) maar geen zomervakantie geboekt. Toch vonden we thuisblijven in ons koude kikkerlandje niet het allerbeste idee. Vooral niet nadat Tijl was afgestudeerd en een weekje ‘er tussenuit’ toch wel verdiend had na al het harde werken! Hierdoor besloten we met Paps en Mams tien dagen mee te gaan naar Italië, het Comomeer om precies te zijn. Ouders blij, wij blij!

Met z’n viertjes zaten we in een leuk appartementje. Iet wat ouderwets, maar wel met een prachtig uitzicht over het meer. Het lag in het pittoreske dorpje Ossucio, wat zo’n anderhalve kilometer van het knusse plaatsje Lenno ligt. De eerste dag van ons verblijf was het weer helaas wat grimmig, waardoor we maar meteen naar de tourist information in Lenno zijn gegaan: Even informatie inwinnen over wat we tijdens deze en de komende dagen kunnen gaan doen rond het Comomeer. De leukste dingen die dit bezoekje ons opleverde kun je hieronder lezen.

Rondslenteren in en rondom de Villa’s
Om het Comomeer bevinden zich verschillende villa’s waarvan sommige zeker een bezoekje waard zijn. Wij brachten een bezoekje aan villa Carlotta. Dit witte ‘paleisje’ ligt in Tremezzo en is omringd door een botanische tuin van 8 hectare groot. Ook wilden wij Balbianello graag bezoeken, gelegen op het schiereiland bij Lenno. Na lekgestoken te zijn door de muggen op de wandeling er naartoe, vonden we de toegangsprijs van deze villa echter wat te duur, dus hebben we dat maar achterwege gelaten. Misschien komt deze hoge prijs door het feit dat deze villa (net als villa Gaeta) deel uitmaakt van het decor van de James Bond film Casino Royale. Helaas is niet elke villa rond het meer opengesteld voor publiek, want wat zouden wij anders graag even rondsnuffelen in de villa genaamd Oleandra, die in het bezit is van niemand minder dan George Clooney.

Zwemmen!
Natuurlijk mag deze activiteit niet ontbreken bij zo’n helder meer als het Comomeer. Hier konden we overigens makkelijk te voet naartoe vanuit het appartementje. Naar beneden was deze route niet zo erg, maar het weer boven komen gebeurde meestal niet zonder zucht of steun. Bij het meer was een gezellig (gras)strandje, waar de lokale jeugd bij elkaar kwam om verkoeling te zoeken tijdens de warme dagen. Gelukkig was er een piertje over het water zodat we rechtstreeks in het meer konden duiken zonder pijn aan onze voeten door de keien op de bodem.

Sterren kijken in Bellagio
Als we niet bij George op de koffie mogen, dan maar hopen dat we hem tegenkomen in het meest bekende dorp rond het Comomeer: Bellagio. Het dorpje schijnt nogal populair te zijn bij de sterren, die wij er helaas geen hebben gespot. Toch was het bezoekje aan dit gezellige stadje zeker de moeite waard. Het centrum heeft veel leuke steegjes met tussengelegen terrasjes en winkels. Door Via Eugenio Vitali te volgen kom je uit aan de waterkant wat bijna het middelpunt van het meer is (het meer is een omgekeerde Y-vorm). Op dit punt kun je mooi uitkijken over het meer en de daar achter liggende Zwitserse bergen. Na een terrasje zijn wij verder doorgewandeld in en rondom het dorp, wat ons leidde naar een afgelegen baaitje. Volgens mij was dit plekje nog niet echt bekend bij toeristen, wat het natuurlijk nog net iets mooier maakte. Na een avondmaal met een heerlijk wijntje aan het water, hebben wij de boot weer teruggenomen naar Caddenabbia waar onze auto stond geparkeerd.

Wandelingen en wandelingen
Het verbaast je waarschijnlijk niets, maar rond het Comomeer kun je perfect wandelen! Je kan ervoor kiezen het simpel te houden en (een deel van) de ‘Greenway Del lago di Como’ te wandelen. Dit is een 10,5 kilometer lange route die loopt langs het meer van Colonno naar Caddenabbia en brengt je langs verschillende villa’s, tuinen en midden door de tussengelegen dorpjes. Deze route is makkelijk te volgen door de ronde aanwijzingen op de grond te volgen (zie foto). Naast deze route liggen er rond het meer veel wandelroutes die de bergen in gaan. Wij hebben er hiervan een gelopen die begon op de heilige berg van Ossuccio. Dit heiligdom maakt deel uit van de UNESCO wereld erfgoed lijst, en het eerste deel leidde ons langs 14 kapellen. Binnen in deze kapellen was de lijdensweg van Jezus uitgebeeld in de vorm van beelden en schilderingen. De laan eindigde bovenaan bij een kerk, waar de wandelroute zich vervolgde met een stijl pad de bossen in. Bij het vredige San Benedetto klooster, die echt in the middle of nowhere lag, hebben we gepicknickt met uitzicht over de bergen om te vervolgen met het laatste deel van deze mooie wandeling.

Dagje naar Lugano
Wat doe je als het, net als in ons geval, veel regent tijdens je vakantie? Tja, dan is winkelen helemaal geen vervelende bezigheid! Eerst zijn wij naar een megagroot overdekt winkelcentrum, genaamd Fox Town,  gereden in de buurt van Lugano. Genoeg winkels hier, alleen niet zo heel erg sfeervol. Daarom hebben we de middag voortgezet in Lugano. Ook hier waren genoeg winkels en sfeer was er in dit stadje ook te vinden. Zo konden we tussendoor even lekker uitrusten op een terrasje. Wel onder de parasol natuurlijk, anders werden we nat.

Op zoek naar het balkon van Italië
Volgens Jan, een goede vriend van mijn ouders, was het ook zeker de moeite waard een stukje te rijden om bij een uitzichtpunt over het meer van Lugano te komen, ook wel ‘het balkon van Italië’ genoemd. Aangezien hij al jaren buschauffeur is en ons al vaker goede tips heeft gegeven, gingen we vol vertrouwen op zoek naar de kabelbaan die in het desbetreffende dorpje omhoog moest gaan. Toen we deze niet konden vinden, zelfs niet na een telefoontje aan Jan en een bezoekje aan het vvv kantoor, besloten we een maar wandelingetje te maken in de buurt van het dorp. We volgden een willekeurig pad wat ons door de bossen steeds hoger bracht, tot dat we uitgeput bij een splitsing van het pad kwamen. ‘Als we nog ooit een uitzicht willen zien zullen we toch omhoog moeten’ zei Tijl en dus, na wat mopperen, zijn we toch maar weer verder omhooggelopen. Toen we eenmaal het hoogste puntje van de berg hadden bereikt kwamen we op groot betonnen plateau. En jahoor, een prachtig uitzicht over het meer van Lugano! Nu moeten we er nog even aan toevoegen dat we er, na het bekijken van een informatiebord, achter kwamen dat hier vroeger inderdaad een gondel omhoogging vanuit het dorp. Ook kwamen we er toen achter dat deze plek tegenwoordig “Sighignola” genoemd wordt. Jan had dus inderdaad gelijk, alleen bleek er in de tien jaar dat hij er niet geweest was veel veranderd te zijn. Ondanks dat we er toen achter kwamen dat we hier ook gewoon met de auto hadden kunnen komen, was de zware wandeling zeker de moeite waard.

Afsluiten in Milaan
Om tijdens onze vakantie toch ook nog wat quality time met z’n tweetjes te hebben, hadden we nog twee nachtjes in Milaan geboekt. Omdat pap en mam ook wel benieuwd waren naar deze stad, konden we met hun meerijden naar Milaan (is vanuit Como ook goed te doen met de trein hoor). Na de auto geparkeerd te hebben iets buiten de stad (goedkope parkeertip: bij het metrostation Sandonato), scheidden onze wegen in de metro. Wij gingen eerst nog even de spullen in het hotel dumpen en dan de stad op ons gemakje bezichtigen de komende twee dagen. Pap en mam zijn niet zo’n ‘stadmensen’ dus die hadden genoeg aan één dagje in de stad. Wij waren echter blij dat we er wat langer te besteden hadden, wat een mooie afsluiter was van de vakantie.  

Dan nog een laatste aanrader: Als wij nog een dagje extra aan het meer te besteden hadden, waren we gaan fietsen. Je kan natuurlijk, net als pap en mam, zelf fietsen meenemen, maar ze zijn in de meeste dorpen ook te huur. De wegen rond het meer zijn goed te fietsen, ook voor de minder ervaren mensen naar het schijnt. Zo hebben pap en mam bijna het hele meer rond gefietst. Niet in een keer, maar verdeeld over verschillende dagen hebben ze telkens een deel gedaan. Met de boot staken ze dan het meer over om de ronde te verkleinen.