Skip to content

Sri Lanka: Hoi pap en mam!

Na 148 dagen van huis is het zover: ik (Tijl) ga paps en mams weer zien. Ze treffen ons in Sri Lanka, waarna we met z’n vieren het land gaan verkennen. Irma en ik zorgen dat we op tijd op het vliegveld zijn zodat we ze kunnen verwelkomen. Na bijna anderhalf uur wachten (we bleken ruim op tijd) zien we tussen de stroom mensen twee bekende gezichten. Gelukkig wel twee, want we vroegen ons af of ons pap de vlucht wel zou overleven. Hij had alles zonder problemen doorstaan (behalve dan dat het natuurlijk veel en veel te lang vliegen was), mam daarentegen had minder goed nieuws. Haar portemonnee was in het vliegtuig uit haar tas gevallen en daar kwam ze pas na de overstap in Qatar achter. Gelukkig volgde vrij snel het bericht dat ie gevonden was en dat ie opgestuurd kon worden. Eind goed al goed dus, en dat helemaal aan het begin.

Van reünie tot ruïne
Om bij te komen van de lange vlucht, te wennen aan Sri Lanka (Peter is nog nooit buiten Europa geweest) en om rustig bij te kunnen praten over van alles en nog wat, verblijven we de eerste dagen in de Ging Oya Lodge. We slapen ieder in onze eigen zeer luxe ingerichte cottage, genieten overdag aan het zwembad en als we daar genoeg van hebben pakken we een kajak en peddelen we in ongeveer 15 minuutjes naar de zee. Een top accommodatie dus, al is het wel iets boven ons budget. Gelukkig willen die ouwelui ons daar dan wel in bijstaan. De dagen dat we er verblijven zijn vooral lekker lui, maar hier en daar vinden we tijd voor een uitstapje. We doen een boottocht over de wetlands net onder Negombo (een vogelparadijs) en nemen daarna een kijkje op de vismarkt van eerdergenoemde stad. Bizar om te zien hoeveel en hoeveel soorten vis daar op een dag verhandeld wordt. We kijken onze ogen uit.

Na drie dagen totale ontspanning is het tijd om onze rondreis echt te gaan beginnen. Onze eerste bestemming is Anuradhapura, een van de koningssteden van Sri Lanka, en vooral bekend vanwege de overblijfselen van een bijna 2000 jaar oude stad. We reizen er per trein naar toe. Onderweg kijkt ons pap zijn ogen uit en hoewel wij inmiddels al best wat gewend zijn, staan ook wij te kijken van de zeer oude staat van zo ongeveer alles wat met de Sri Lankaanse spoorwegen te maken heeft. Maar goed, de trein is netjes op tijd dus je hoort ons niet klagen. Eenmaal in Anuradhapura besluiten we goed gebruik te maken van de paar uurtjes licht die we nog hebben. We houden een tuktuk aan en doen een rondje langs een aantal van de belangrijkste ruïnes van de stad. Hoewel er niet heel veel meer van over is blijft het bijzonder om te zien. De meesten waren ooit boeddhistische tempels of stoepa’s en deze worden nog volop bezocht door fanatieke boeddhisten. Vooral vandaag, want het is ‘poya dag’ (vollemaansdag), een maandelijkse feestdag waarop er telkens een andere belangrijke gebeurtenis in het leven van Boeddha wordt herdacht. De mensen zijn dan bijna allemaal in het wit gekleed, wat voor een mooie sfeer zorgt. Te midden van de ruïnes vinden we trouwens nog de Sri Maha Bodhi Tree, de oudste boom ter wereld.

Ook Mihintale en Polonnaruwa, de plaatsjes die we de volgende dagen bezoeken, zijn bekend vanwege de vroegere koninkrijken en de daarbij horende religies. In Mihintale liggen de belangrijkste bezienswaardigheden op een berg en dat betekende dus nogal wat traplopen. Op deze trappen werden we nog bijna overvallen door een aantal brutale apen, maar nadat we die af hadden geschud volgde de echte beproeving. Omdat de eerder genoemde bezienswaardigheden bijna allemaal heilige plaatsten zijn, moet je ze altijd op blote voeten (of sokken, die wij niet bij hadden natuurlijk) betreden. En dat is geen pretje als de stenen al een paar uur in de brandende zon hebben liggen te bakken. Het laatste stukje huppelden/hinkelden wij dus meer de berg op dan dat we er liepen, maar het uitzicht aldaar (een natuurrijke omgeving met hier en daar een stoepa) was de moeite en hete voeten zeker waard! In Polonnaruwa werden we door een taxi langs de vele overblijfselen van een bijna 1000 jaar oude beschaving gebracht. Het is onvoorstelbaar hoeveel hier nog van over is gebleven en je krijgt dan ook een vrij goed beeld van hoe het er hier in deze rijkere tijden uitgezien moet hebben. Op de terugweg rijden we nog langs een meertje waar we even stoppen voor de prachtige zonsondergang. Terug in het hotel is er een uitgebreide Sri Lankaanse maaltijd voor ons klaargemaakt, op ons verzoek gelukkig niet pittig.

Klimmen, klimmen, klimmen
Na een paar dagen “opgestapelde stenen bekijken”, zoals Peter dat zegt, hebben we onze dosis tempels en ruïnes wel weer gehad. Tijd voor een wat grotere steen dan maar: Sigiriya Rock, een enorme rots waarop overblijfselen van een oude beschaving te zien zijn. Door de bizar hoge toegangsprijs en misschien nog wel meer de enorme drukte (vooral vervelend als je in de brandende zon omhoog aan het klimmen bent en je in de rij op de trappen aan kan sluiten), besluiten wij de nabijgelegen Pidurangala Rock te beklimmen. Vanaf deze rots heb je namelijk ook een prachtig uitzicht, inclusief Sigiriya rots. Bovenop Pidurangala genieten we van de vergezichten, maar vooral van de natuurlijke stilte, met bijbehorende vogelgeluiden. Een fijn plekje om even wat te relaxen dus en zeker beter dan de volgepakte trappen op Sigiriya die we vanaf hier goed kunnen zien. ’s Middags begint het weer aardig heet te worden en besluiten we dat we wel wat verkoeling kunnen gebruiken. Na lang overleg bij ons zwembadloze hotel, blijken er weinig geschikte watertjes in de buurt te zijn en dus passen we ons eerder al succesvolle trucje weer toe: We gaan naar een van de luxere, lees het meest luxe, hotels in de buurt (met zwembad) en doen net of we daar thuishoren. Natuurlijk bestellen we na onze verfrissende duik nog wel even een drankje. Peter geniet van een Lion biertje, zijn voorlopig laatste (al wist ie dat toen nog niet). De volgende dagen zal namelijk blijken dat bier erg duur is en lang niet overal te krijgen, wat tot de volgende nu al legendarische uitspraak leidde: “Maar uh, die Boeddha, die hield dus niet zo van alcohol of wat? Al zou je dat niet zeggen met zo’n buik…”.

We zetten onze route voort in de richting van de volgende beklimming, die bovendien waarschijnlijk die iets meer energie zal gaan kosten. Is het niet door de 5500 treden, dan is het wel vanwege het tijdstip waarop we de klim naar Adam’s Peak willen beklimmen. Om de hitte voor te zijn (en om de zonsopkomst te kunnen bekijken) starten we namelijk om half drie ’s nachts. Maar eerst nog even een korte tussenstop in Kandy, een stadje dat vooral beroemd is vanwege de ‘Temple of the Sacred Tooth Relic’, waar een tand van Boeddha bewaard wordt. In plaats van een bezoekje aan deze tempel besteden wij onze tijd hier liever op de vele marktjes en in de winkeltjes, om onze garderobe weer eens aan te vullen. Na vijf maanden dezelfde kleding dragen zijn we daar namelijk wel aan toe. Met onze backpacks weer een paar grammetjes zwaarder gaan we naar Adam’s Peak. Over deze 2243 meter hoge berg bestaan zeer uiteenlopende legendes. Zo zou Adam (jeweetwel die van Adam en Eva) er zijn eerste stap op aarde hebben gezet, of zou Boeddha er juist zijn laatste voetafdruk hebben achtergelaten. Vanwege deze laatste is Adam’s Peak een bedevaartsoort voor Sri Lankaanse Boeddhisten. Zo ook voor de 92 jaar oude werkster van ons hotel, die twee weken terug alweer voor de 89ste keer naar boven liep. Als we die nacht opstaan hebben we het even zwaar, maar eenmaal in het ritme van het traplopen valt de beklimming uiteindelijk reuze mee. Als je tenminste niet te vaak in een stroom van gelovigen komt die al zingend naar boven slenteren. Net voor zonsopkomst zijn we boven en ondanks de ontzettende drukte op de top vinden we een plekje om dit schouwspel rustig te bewonderen.

Treinen en theeplantages
Zoals je al wel hebt begrepen zitten we inmiddels in de bergen (ofja, ‘Hill Country’) en dus worden onze ritjes met de trein steeds spectaculairder. Door verschillende bochten en tunnels kringelen we langs de theevelden en genieten we van vele mooie uitzichten. De volgende bestemming is het plaatsje Haputale, waar wij tweetjes al geweest zijn maar wat we graag ook willen zien met Els en Peter. Dan doelen we vooral op de nabijgelegen theevelden en het uitzichtpunt Lipton’s Seat, want Haputale zelf heeft niet zoveel te bieden (zoals we tijdens onze eerste kennismaking met Sri Lanka al gemerkt hadden). Bij aankomst komen we in een taxibusje terecht met twee Duitse jongens die naar hetzelfde hotel willen gaan als wij. Onze chauffeur wil ons eerst nog even een ander hotel laten zien, en het feit dat dit andere hotel een bar heeft geeft uiteindelijk de doorslag om daar te verblijven, ook voor de Duitsers. Die avond drinken we met z’n allen de nodige biertjes (die na onze beklimming van Adam’s Peak behoorlijk inslaan) en besluiten we om de volgende dag gezamenlijk naar Lipton’s Seat te gaan.

En dus springen we de volgende ochtend met z’n allen weer in het busje van het hotel, op weg naar de theevelden. Ondanks het feit dat wij hier al zijn geweest, kijken we onze ogen uit en zelfs bij de fabriek weten ze ons weer wat wijzer te maken met dingen die de vorige keer niet verteld of nog niet helemaal duidelijk waren. Peter en Els kijken ook hun ogen uit en zetten bijna iedere theearbeider die we tegenkomen op de foto, stelletje paparazzi! Diezelfde middag stappen we weer in de trein om vervolgens in de stromende regen in Ella aan te komen. Ella is, vergeleken met de voorgaande stadjes, erg toeristisch en dat betekent Westers eten! Tja, soms heb je dat gewoon even nodig en al helemaal als je maag en darmen (in Irma d’r geval) de pittige keuken niet helemaal kunnen waarderen. Na een hamburgertje en wat overheerlijke frietjes is ze weer helemaal happy. En Peter trouwens ook, want die begon door het gebrek aan aardappelen al ontwenningsverschijnselen te krijgen als we hem moesten geloven.

Vanuit het hotel kunnen te voet naar twee van de hoogtepunten in Ella. Een kort wandelingetje door de bossen brengt ons eerst naar de Nine Arch Bridge. Wel moeten we tijdens het stappen goed onze voeten in de gaten houden, want voor je het weet zitten er verschillende bloedzuigers aan je te knabbelen. De naam van de brug verklapt natuurlijk al hoe hij er ongeveer uitziet, maar vooral wanneer er een trein overheen rijdt levert het een perfect plaatje op. Na een klein half uurtje wachten horen we in de verte getoeter en houden we onze camera’s in de aanslag om die beroemde ansichtkaartfoto te kunnen nemen. We blijken geluk te hebben, want in plaats van een ‘nieuwe’, blauwe trein of een goederentrein (want die rijden er ook), komt er een ouderwetse trein op ons af gereden. En dat levert een erg mooi plaatje op.

We vervolgen onze wandeling in de richting van little Adam’s Peak. Zoals de naam al zegt is het een klein klimmetje naar een erg mooi uitzichtpunt. Het klimmetje stelt na de echte Adam’s Peak weinig voor, maar het uitzicht is er wederom prachtig! Wel begint de lucht langzaam te betrekken en we voelen al snel de eerste druppels vallen. Dat wordt dus opschieten, want we willen ook nog graag de iets buiten Ella gelegen Rawana waterval bezoeken. De chauffeur van de bus waarmee we gaan lijkt ons gehoord te hebben, want hij haalt elke andere weggebruiker in, of er nou een bocht aankomt of niet. Zo rijden hier trouwens bijna alle buschauffeurs, want zij zijn hier de koningen van de weg! Maar goed, we mogen niet klagen want het is ons gelukt de waterval te zien voordat het echt begon te regenen.

Beestjes kijken
Na al deze redelijk actieve bezigheden is het tijd voor het luiere werk, safari. Na veel wikken en wegen hebben we er voor gekozen dat in Yala National Park te gaan doen. Als we daarna dan nog wat meer beestjes willen gaan kijken, kunnen we nog altijd kiezen voor een van de andere parken in de buurt. We kiezen uiteindelijk voor een volledige dag in het park en met een erg voldaan gevoel keren we die avond weer terug naar ons hotel. Alleen de lippenbeer weet aan onze auto te ontsnappen, maar verder zien we krokodillen, olifanten, buffels, wilde zwijnen, heek veel verschillende vogels en als kers op de taart ook nog een luipaard. De vele foto’s die we er gemaakt hebben kun je terugzien in deze fotoreportage.

Je raadt het al: een tweede safari vinden wij niet meer echt nodig en dus reizen we door naar de kust voor een heel ander soort van wildlife. Het zuiden van Sri Lanka is namelijk niet alleen bekend vanwege de mooie stranden, maar ook vanwege de mogelijkheid om walvissen te spotten. Vooral in Mirissa worden veel tours aangeboden en dus vertrekken ook wij vanuit daar op zoek naar de walvis. Vooral de blauwe vinvis, het grootste dier ter wereld, wordt hier vaak gespot. Voor vertrek worden we gewaarschuwd dat het soms even kan duren voordat we er eentje vinden, maar dan blijven we gewoon een uurtje langer zoeken. Al snel wijst de crew van de boot ons op een groepje dolfijnen. Zo gauw de dolfijnen de boot in de gaten krijgen komen ze op ons af en zwemmen ze een stukje met ons mee. Zo’n drie uur later hebben we echter nog steeds geen walvissen gezien en begint het bootjevaren toch langzaam een beetje te vervelen. Gelukkig kunnen we de tijd doden door wat te lezen. Nog eens twee uur later komt het hoofd van de crew ons vertellen dat we terug naar haven zullen varen en we dus pech gehad lijken te hebben… Ook op de terugweg komen we geen walvis meer tegen. Blijkbaar komt dit zelden voor en daarom wordt ons een gratis tweede poging aangeboden voor de volgende dag. Omdat we ze toch wel graag willen zien besluiten we dit aanbod aan te nemen en dus zitten we de volgende ochtend weer op de boot. Dit keer hebben we meer geluk, want na zo’n twee uur varen is er dan toch een walvis in zicht, eentje van zo’n 20 meter lang. Een paar keer zien we zijn rug en staart boven het water uitkomen en snel daarna keren we weer terug naar de haven. Het is ons dus toch gelukt zo’n bijzonder beest te zien, maar eerlijk gezegd vonden wij de dolfijnen spectaculairder. Het restant van deze ‘walvisdagen’ brengen we trouwens op het strand en in de golven door. Die verkoeling konden we ook wel gebruiken, want de temperaturen lopen hier ’s middags behoorlijk hoog op.

En dan zijn de laatste paar dagen in Sri Lanka aangebroken. Dit zijn bovendien de laatste paar dagen met z’n viertjes, en die willen we dus nog even goed besteden. In Unawatuna verblijven we bij Marti’s one minute to the beach, een erg leuk guesthouse. Zoals de naam al aangeeft ligt het lekker dicht bij het strand. Vanuit hier bezoeken we Galle, volgens ons het enige knusse stadje in Sri Lanka. Het lijkt eigenlijk gewoon een Zuid-Europees stadje en je kan er dan ook de hele dag rondslenteren. Als je de oude stadsmuren gezien hebt kun je de winkeltjes induiken en als je dat gezien hebt neem je een kijkje in de kerken en tempels. Toch zijn wij die middag alweer toe aan een duik en trekken we ons weer even terug op het strand. Als afsluiter van de dag gaan we naar een schildpadden hatchery. Hier wordt door een man en vrouw geheel vrijwillig elke dag hard gewerkt, om te zorgen dat er zoveel mogelijk baby schildpadjes veilig de zee inkomen, zonder het gevaar opgegeten te worden door krabben of vogels. Zij halen de eieren van het strand en zorgen dan dat ze op een veilige plaats uit kunnen komen (blijkbaar worden nesten door mensen geroofd zodat de eieren als delicatesse in dure hotels en restaurants aangeboden kunnen worden). Iedere avond worden de jonge schildpadjes tijdens zonsondergang de zee ingelaten. Ook wij hadden de eer een aantal kleintjes te begeleiden naar de zee en wat is dat prachtig om te zien! Naast het uitzetten van de kleine schildpadjes vangen ze zieke en gewonde schildpadden op. Wanneer ze weer helemaal zijn opgeknapt worden ook deze weer vrijgelaten in de zee. Wij staan versteld van het loyale werk wat dit gezin elke dag levert en vinden het dan ook absoluut niet gek dat ze om een kleine donatie vragen. De man legt uit dat hij elke dag meerdere malen het water moet verversen en dit doet door emmers van de zee naar de aquariums te sjouwen. Hij laat de knobbels op zijn vingers zien die hij hiervan heeft opgelopen en zegt dat ze sparen voor een waterpomp die dit werk kan verrichten. Wanneer Peter duidelijk maakt dat hij deze waterpomp wel wil betalen weten de man en vrouw even niet wat ze moeten zeggen, maar al snel verandert deze verbijstering in enorme dankbaarheid. Ze nodigen ons nog uit voor een etentje de volgende dag, maar dat is er helaas niet meer van gekomen.

De laatste dag is namelijk druk, heel druk. Ohja, en Tijl zijn verjaardag! Als de jongen van ons hotel dat iets voor 12 in de gaten krijgt, springt hij op zijn motor en komt hij een kwartiertje later terug met een felicitatie en een verjaardagstaart, inclusief kaarsjes. Gelukkig geeft dit in combinatie met een aantal cocktails Tijl toch even het gevoel echt jarig te zijn want de volgende dag komt daar helaas weinig van terecht. Die begint namelijk met het bericht dat de vlucht van Peter en Els geannuleerd is omdat er nog steeds geen vluchten naar Brussel gaan vanwege de verschrikkelijke aanslagen van twee weken geleden. Dat levert natuurlijk een hoop geregel en gebel op, maar uiteindelijk lukt het ze een vlucht naar Düsseldorf te vinden. Wij keren ondertussen onze hele backpacks ondersteboven om zoveel mogelijk overbodige spullen mee terug naar huis te kunnen geven, pakken hem vervolgens weer in en moeten dan in de richting van het vliegveld. De rest van de dag zullen we jullie besparen, want dat bestond vooral uit in de bus zitten en een kennismaking met de bureaucratie van Sri Lanka, maar uiteindelijk hebben we alles geregeld en hebben we na drie heel gezellige weken afscheid genomen. Een verjaardagsetentje heeft Tijl dit jaar dus helaas niet gehad, maar dat halen we nog wel in op een van onze volgende bestemmingen. Op naar Hong Kong!

Dit bericht heeft 2 reacties

  1. Wow Irma en Tijl wat een verhaal weer. Enne vooral wat een mooie foto s.
    Leuk toch om je ouders weer eens te zien en samen genieten in Sri Lanka.
    Heb gehoord dat jullie mam, pap en anke jullie ook nog komen vergezellen.
    Wat een feest toch.
    Tis iedere keer genieten, als jullie nieuwe verhaal er is.
    Super veel plezier nog. Lekker genieten en zeker op tijd relaxen.

    1. Hey Carla!
      Het was inderdaad weer erg gezellig met Tijl z’n ouders 🙂 toch wel leuk ze weer even fatsoenlijk te spreken in plaats van via Skype, dus dat zal met ons pap, mam en Anke ook wel goedkomen. Wij genieten lekker verder en houden jullie op de hoogte ;). Liefs!

Het is niet mogelijk een reactie te plaatsen.