Een uurtje later dan gepland landen we om 8 uur 's morgens op JFK International…
Aloha Hawaï!
En dan is het ineens voorbij; onze reis door Nieuw-Zeeland. Op het vliegveld van Christchurch nemen we afscheid van Rick, met wie we uiteindelijk anderhalve maand hebben rondgereisd. We lopen met onze bepakking de vertrekhal in en beseffen dat het einde van onze reis nu in zicht is, maar we hebben nog wel wat moois voor de boeg! Na een vlucht van ongeveer 10 uur (onze langste vlucht tot nu toe) arriveren we in Honolulu op O’ahu, een van de 15 eilanden die samen Hawaï vormen. Samen met Mau’i, Kauai, Molokai, Lanai en Hawai’i (beter bekend als The Big Island) is O’ahu een van de zes grootste en dus bekendste eilanden. Ook de mooiste toeristische trekpleisters zijn op deze zes eilanden te vinden, maar tot onze spijt blijkt eilandhoppen in Hawaï minder makkelijk dan bijvoorbeeld in Thailand. Door de grote onderlinge afstand varen er geen boten en de vluchten hebben helaas Amerikaanse (en dus Westerse) prijzen. Het plannen van onze trip naar dit paradijs is dan ook moeilijker dan we hadden gehoopt. Elk eiland heeft zijn eigen unieke kenmerken en bijzondere plekjes, maar overal naartoe gaan is zowel prijs- als tijd-technisch onmogelijk. Al voordat we geland zijn weten we dus dat we hier nog wel eens terug moeten komen om het allemaal te kunnen zien. We kiezen uiteindelijk voor een bezoek aan O’ahu en Hawai’i, omdat we op de eerstgenoemde sowieso zouden aankomen en omdat The Big Island met een oppervlakte dat groter is dan alle andere Hawaiiaanse eilanden bij elkaar (vandaar de naam), genoeg mooie plekjes herbergt om er wat langer door te brengen.
Hitte in Honolulu
Vanuit het vliegveld van Honolulu gaan we met een shuttlebus richting het centrum en daarna te voet naar onze AirBNB. We gebruiken de eerste dag vooral om wat door de stad te wandelen en een beetje te acclimatiseren: de lange broek mag weer uit. We hebben al snel door dat deze stad van de ‘Rich and Famous’ is: grote zonnebrillen, gespierde en ontblootte bovenlijven, gebruinde bikini babes en ontelbare cabrio’s. Als we wat verder van Waikiki Beach (The place to be!) aflopen, er is toch nergens plek om te gaan liggen, komen we gelukkig ook in aanraking met de Hawaïaanse cultuur die wij hadden verwacht aan te treffen: ‘brede’ mannen en vrouwen in de typische Hawaï bloezen, barbecues in het park en mensen die om elke reden hun duim en pink naar elkaar opsteken: de shaka, het universele tekentje voor alles van ‘bedankt’ tot ‘sorry’ en van ‘hoi’ tot ‘cool man!’. Terwijl de zon ondergaat kijken wij naar de enorme activiteit op het water: een leger aan surfers, fanatieke baantjeszwemmers en een hele zwik roeiers in traditionele Hawaiiaanse kano’s strijden tegen elkaar. Wanneer we op de terugweg even stoppen bij een supermarkt voor de nodige boodschappen, schrikken we van de hoge prijzen. Dat wordt dus twee weekjes goedkope pasta met diepvriesgroente, ook lekker!
De volgende dag hebben we moeite om op tijd uit bed te komen. We schuiven het maar af op de jetlag, al is het ook lang geleden dat we in een normaal bed en in een privé kamer hebben geslapen, dus die luxe wordt dan ook weer erg gewaardeerd. Na ons ontbijtje wandelen we de stad in, waar we tijdens een korte stadswandeling wat meer over de geschiedenis van Hawaï komen te weten. We stuiten onder andere op het enorme State Capitol en een standbeeld van de eerste koning van Hawaï; Kamehameha the Great. Al zijn opvolgers heetten natuurlijk ook koning Kamehameha (II, III, IV en V), totdat er in 1959 geen koning meer nodig was omdat Hawaï in dat jaar een deelstaat van Amerika werd. Ook passeren we een enorm beeld van de kerstman en zijn Hawaiiaanse vrouw, die de tropische hitte helemaal niet erg lijken te vinden. Wanneer we het stadscentrum gezien hebben, pakken we de bus naar Diamond Head, de vulkaankrater die de achtergrond of het onderwerp van bijna iedere ansichtkaart van Honolulu is. Vanwege het mooie uitzicht vanaf de kraterrand is de hike naar boven erg populair. In het begin van de 20e eeuw werd van dit perfecte uitzicht vooral door militairen genoten, die in de bunkers die op en in de krater zijn gebouwd gelegerd waren. De klim naar boven, over stijle paden en door de oude bunkergangen, is voor ons als getrainde lopers niet zo spannend en we halen onderweg dus heel wat Amerikanen (vaak te herkennen aan het overgewicht) in. Eenmaal terug op de kratervloer, vinden we het tijd om af te koelen met een flinke portie “Shave-ice”, een typisch Hawaïaanse lekkernij, die ons vooral doet denken aan een Slush Puppy. Verkoelend is het zeker en de ‘brainfreeze’ nemen we maar voor lief.
Over de oorlog
De volgende ochtend is het tijd om ons autootje op te halen, waarmee we de komende drie dagen op O’ahu gaan rondcruisen. Tot Irma’s grote blijdschap is het een VW Beatle Cabrio, waar Tijl iets minder door gecharmeerd is. Onze eerste bestemming is Pearl Harbor, misschien wel de beroemdste plek van Hawaï. Iedereen weet wel wat er hier in 1941 is gebeurd, namelijk de verrassingsaanval van de Japanners op deze belangrijke Amerikaanse marinebasis in de Tweede Wereldoorlog. 2403 Amerikanen kwamen daarbij om het leven, waarvan er zich 1170 op de USS Arizona bevonden. Dit gevechtsschip markeert nog steeds de rustplaats van de militairen die hier hun leven zijn verloren. Bovenop de restanten van de boot is inmiddels het USS Arizona Memorial gebouwd, dat alleen met een boot te bereiken is. Een gratis ticket daarvoor kun je ophalen zodra je Pearl Harbour binnenloopt. We beginnen de ‘tour’ met een film waarin de geschiedenis nog eens duidelijk wordt uitgelegd en daarna brengt het bootje ons naar het bijzondere monument. Toevallig was het gisteren precies 75 jaar geleden dat de aanvallen hier plaatsvonden, waardoor het nu vol staat met bloemen die hier tijdens de herdenkingsdienst zijn achtergelaten. Vanaf het monument zien we het scheepswrak vlak onder het wateroppervlak liggen. Dat hier dus nog meer dan duizend lichamen in ‘vastzitten’, is toch wel een vreemd idee. Vandaag is er trouwens toevallig ook een oorlogsveteraan aanwezig, die de aanval op Pearl Harbor heeft overleefd. Hij wordt door verschillende toeristen benaderd voor een fotootje, lekker Amerikaans dus. Wanneer we weer aan land komen mag hij als eerste de boot verlaten, onder applaus van alle andere passagiers, wat toch wel een mooi gebaar is. Wij lopen nog even rond en lezen wat meer over de details van de aanval, voordat we weer stilletjes de auto in stappen. Een leuke plek om te bezoeken is het absoluut niet, maar wel eentje met een hoop geschiedenis en dat hoort er toch zeker ook bij.
Het weer is vandaag helaas absoluut niet wat wij van Hawaï hadden gehoopt: grauw, grijs en nat. In de buurt zijn verschillende leuke wandelingen die uitkomen bij uitzichtpunten of watervallen, maar vanwege de regen besluiten wij die over te slaan. In plaats daarvan rijden we eerst naar de Punchbowl krater. Deze enorme krater wordt geheel in beslag genomen door het National Memorial Cemetery of the Pacific, een begraafplaats en tevens monument voor omgekomen Amerikaanse soldaten. Ook hier zijn nog wat de sporen van het ‘jubileum’ van gisteren nog her en der te zien. De enorme hoeveelheid gedenkstenen (er zijn hier 34.000 graven) maken dit tot een indrukwekkende plek, maar leuk wordt een bezoek aan dergelijke ‘attracties’ (want dit is een van de meest populaire toeristische bestemmingen van Hawaï) natuurlijk nooit. We hebben het er dan ook snel gezien, tijd voor wat leukers!
Cruisen in de Cabrio
Vanuit Honolulu rijden we in de richting van de North Shore, dat vanwege de vaak erg hoge golven een surf walhalla met veel bedrijvigheid is. Wij komen er eerder aan dan verwacht, de afstanden op O’ahu blijken namelijk niet zoveel voor te stellen. We checken in bij het enige hostel dat er te vinden is en gaan op verkenningstocht. Nadat we een aantal surfgekken gesproken hebben, komen we erachter dat ’s werelds grootste surfwedstrijd hier plaatsvind en dat dat ieder moment kan beginnen. In de Billabong Pipe Masters strijden ieder jaar 45 van de beste surfers tegen elkaar voor de Triple Crown of Surfing. Of het doorgaat hangt geheel van de hoogte van de golven af, die vandaag helaas niet zoveel voor stellen. Voor ons misschien alleen maar leuk, want wij willen zelf ook wel eens een poging wagen. Met twee surfboards in de cabrio rijden we naar de plek die geschikt zou moeten zijn voor beginners. Kleine en weinig golven, dat was inderdaad het geval, maar dat blijkt niet echt bevorderend voor het leerproces. Na vooral veel wachten en een aantal verwoede pogingen staan we weer uitgeput op de kant; misschien toch nog maar eens wat lessen nemen voordat we onszelf surfers kunnen noemen.
Ook de volgende dag gaan de Pipemasters niet van start, de omstandigheden en dus de golven zijn niet goed genoeg. Wanneer we toch maar even een kijkje gaan nemen bij de Banzai Pipeline, door velen beschouwd als de beste surfplek ter wereld, vinden wij de golven toch best intimiderend. Er wordt dan ook volop gesurfd en wij kijken vanaf een veilig afstandje toe. We vervolgen ons rondje over het eiland en maken de nodige tussenstops voor foto’s en/of een verfrissende duik. Ook willen we gaan snorkelen bij de prachtige Hanauma Bay, een van de beste snorkelplekken van O’ahu. Al vanaf de parkeerplaats hebben we een prachtig uitzicht over deze baai en dus komt de camera snel uit de tas om dit alles vast te leggen. Daar blijft het helaas bij, want niet veel later komen we erachter dat je hier voor het snorkelen moet betalen. Aangezien we daar nog maar een krap half uurtje tijd voor zouden hebben, de auto moet worden ingeleverd, slaan we dat maar over. We leggen de laatste kilometers af in onze cabrio, voordat we hem ruim op tijd weer inleveren op het vliegveld en we het vliegtuig weer instappen. Op naar Hawai’i!
Snorkelen en het strand
Na een korte vlucht landen we in Kailua-Kona in het westen van ‘The Big Island’. We stappen weer in ons volgende huurautootje (helaas geen cabrio dit keer) en gaan op weg naar Pineapple Park, ons volgende hostel. Daar krijgen we van de ontzettend lieve eigenaresse een upgrade van twee bedden in een slaapzaal naar een tweepersoonskamer en dat allemaal voor dezelfde prijs, heel erg relax dus. De eerste dagen staan in het teken van snorkelen en relaxen, wat we dan ook volop doen bij de vele stranden in de buurt van Kona. Met onze snorkels en een goed boek vermaken we ons die dagen prima. De eerste locatie, volgens de verhalen de beste snorkelplek van dit eiland, valt een beetje tegen. Er zit weinig vis en bijna geen koraal, al zijn de lavaformaties die we onder water tegenkomen wel bijzonder om te zien. Op de derde snorkel locatie, bij het Captain Cook monument, is het snorkelen pas echt waar we op hadden gehoopt; kleurrijk koraal en ontzettend veel verschillende soorten visjes. De anderhalf uur durende wandeling die hieraan vooraf ging was dus zeker niet voor niets geweest en werd dubbel en dwars beloond. We blijven hier dan ook snorkelen totdat de zon bijna onder is, zodat we nog net voor het donker weer terug zijn bij de auto.
Ook bezoeken we verschillende stranden rondom het eiland. Op het populaire Magic Sands Beach spelen we in de golven en genieten we van de bijna laatste zonnestralen van deze reis. Op Ho’okena Beach, een minder toeristisch strand met dus ook meer locals, spotten we een aantal spinner dolfijnen, die hun naam eer aan doen door vrolijk in het rond te springen op zo’n 150 meter uit de kust. Irma doet nog een poging er met snorkel en duikbril wat dichterbij te komen, maar het lukt alleen ze te horen piepen onder water, ze van dichtbij zien is niet mogelijk. Dat dit strand populair is onder de lokale bevolking zien we aan de vele gezinnen en groepen vrienden die er samen een relaxed dagje van maken. Dit alles onder het genot van de nodige hapjes en drankjes natuurlijk. Op een van onze laatste dagen in Hawaï belanden we nog op Papakōlea Beach. Een zwart gekleurd strand dat vooral in trek is bij de hippie gemeenschap die hier niet ver vandaan te vinden is. Badkleding is optioneel en iedereen lijkt elkaar hier te kennen. De biertjes gaan gemoedelijk in het rond (ook wij krijgen er eentje van onze buren) en rustige gitaar deuntjes maken dit tot het gezelligste strand van het eiland (vinden wij). Helaas kwamen wij hier pas op onze laatste dag, anders waren we er zeker nog eens terug gegaan.
Weg van watervallen
Vanuit het westen, waar de meeste stranden zijn, rijden we naar het oosten van het eiland. Daar vind je Hilo, de tweede grote stad van het Hawai’i. Het stadje zelf stelt niet zo veel voor, al hebben wij er genoeg tijd doorgebracht op zoek naar de juiste souveniertjes voor iedereen die we thuis gaan verassen (wij weten inmiddels namelijk dat we eerste kerstdag thuis zullen komen, maar hebben dat voor iedereen geheim gehouden). Op de route naar Hilo maken we wel een aantal erg mooie tussenstops en we rijden zelfs nog een eindje om, zodat we de bekende Waipi’o Valley kunnen zien. We overwegen een wandeling te maken in deze vallei, maar als we lezen dat het heilige grond is (en de oorspronkelijke bewoners het niet echt op prijs stellen als er allemaal toeristen komen), besluiten we genoegen te nemen met een foto vanaf het panomara platform. Zo’n mooi uitzicht over de vallei als dat we vanaf hier hebben, hadden we tijdens de wandeling, die bovendien erg pittig blijkt te zijn, waarschijnlijk toch nooit gekregen, dus heel erg vinden we het overslaand van die tocht niet. We vervolgen de route langs een aantal mooie watervallen, waaronder de hoogste van Hawaï. De weg slingert langs de kust en door de jungle, waardoor het absoluut geen straf is om hier te rijden. Als je maar genoeg tijd hebt om af en toe te stoppen en van al dit moois te genieten. En dat hebben wij gelukkig.
Sneeuw en sterren
Behalve alle pret in het water, is er op het land ook genoeg te zien. The Big Island is immers de beste plek om de vulkanische activiteit waar Hawaï zo bekend om staat, van dichtbij te bewonderen. Wij beginnen met een iets minder actief deel, namelijk de al lang slapende vulkaan Mauna Kea. De top van deze berg komt een dikke 4000 meter boven de zeespiegel uit en als je van daaruit doorrekent tot het laagste puntje onder water, dan hebben we het over de hoogste berg ter wereld! Van dat punt tot aan de top worden er namelijk 10.203 hoogtemeters geteld (dat is dus bijna anderhalve kilometer hoger dan Mount Everest). De reden dat wij graag op het topje van deze berg staan heeft echter niets te maken met dat feitje. Omdat Hawaï zo afgezonderd ligt, ver weg van al het andere land op aarde, is het de perfecte locatie voor een dark-sky preserve. Sterker nog, het is een van de beste plekken op aarde om waarnemingen van het heelal te doen. Op de top vind je dan ook twaalf verschillende telescopen, vertegenwoordigd door (samenwerkingen van) verschillende landen en/of bedrijven. We hopen ’s avonds wat van dat sterrenkijken mee te pikken, maar ’s morgens gaan we alvast een kijkje nemen op de top. Is het niet voor de mooie uitzichten die we hopen te hebben, dan is het wel om te kunnen zeggen dat we in Hawaï in de sneeuw hebben gestaan. Ja dat lees je goed: sneeuw!
De berichten over de vreemde weersomstandigheden op The Big Island hadden ons al wel bereikt, maar de witte vlaktes die we op weg naar Mauna Kea steeds dichter naderen blijven toch vreemd om te zien. Het laatste stukje naar boven is voor een groot deel onverhard en omdat wij zelf geen 4WD hebben moeten we op zoek naar een lift van een van de andere bezoekers. We spreken een Amerikaans meisje aan, dat blijkbaar anders dan ons genoeg geld heeft om een luxe Jeep te huren en samen met een Canadees/Italiaans stelletje (met hetzelfde probleem als wij) mogen we met haar mee. Op de top blijkt al snel dat alle nieuwsberichten over sneeuw niet overdreven waren. Een aantal idioten heeft zelfs skies meegenomen en die worden, ondanks de afwezigheid van liften, goed benut. Koud is het er ook, en vooral de harde, snijdende wind maakt het bijna onmogelijk om langer dan twee minuten buiten de auto te blijven. Gelukkig is de omgeving vanuit de auto niet minder mooi en daar genieten we dan ook volop van terwijl we af en toe uitstappen voor de nodige foto’s. De combinatie van wit besneeuwde kraters en futuristische observatoria, met op de achtergrond een zacht ogend wolkendek, maakt het uitzicht op z’n zachts gezegd spectaculair! Helaas kunnen we niet de hele middag foto’s blijven maken, want de wind wordt op een gegeven moment zo hard dat we worden verzocht naar beneden te gaan. Braaf gehoorzamen wij aan het verzoek van de ranger, al rijden we wel via een kleine omweg naar beneden. De top van Mauna Kea is heel even van ons alleen. Eenmaal beneden komen we erachter dat het vandaag niet meer mogelijk gaat zijn de top te bereiken. De stenen vliegen er door windstoten van boven de 100 kilometer per uur inmiddels blijkbaar in het rond, dus dat wordt helaas geen sterrenkijken meer vanavond…
Stoom op het strand
Een van Hawaï’s grootste hoogtepunten hebben we tot het laatst bewaard. Je kan op The Big Island namelijk een lavastroom in de zee uit zien komen, waar dan met luid gesis en onder begeleiding van heel veel stoom gewoon nieuwe aarde ontstaat (het eiland is daardoor dus al jaren aan het groeien). Hoe vet is dat! Ook hier lijkt het ons echter weer even tegen te zitten. Bij onze eerste poging om deze plek te bereiken worden we namelijk tegengehouden. We mogen niet verder rijden omdat er in de buurt van de stroom vandaag teveel giftige stoffen in de lucht zullen hangen. Voor onze eigen veiligheid draaien we dus maar weer om en belanden we op het strand. Geen straf natuurlijk, want vandaag is een lekker zonnig dagje. De volgende dag doen we een tweede poging, dit keer via het Hawai’i Vulcanoes National Park. In dit park kun je op verschillende plekken de vulkanische activiteit zien, in de vorm van stoom, zwavelachtige landschappen en zelfs een kratermeer waar de lava flink in borrelt. Vooral dit laatste is erg indrukwekkend, ook al zien wij het vanaf een flinke afstand. De verrekijkers die beschikbaar gesteld worden door het bijbehorende informatiecentrum zorgen ervoor dat we het toch nog close-up te zien krijgen. . Via de ‘Chain of Craters Road’, waar we wel gewoon door mogen rijden, rijden we door het vulkanische landschap in de richting van de kust. We staan versteld van de hoeveelheid versteende lava die de hele omgeving zwart kleurt. Onderweg staat op verschillende plaatsen het eindpunt van eerdere lavastromen aangegeven, stuk voor stuk het gevolg van vulkaanuitbarstingen.
Zo gauw we de kust bereiken moeten we de auto parkeren en vervolgen we de route te voet. We blijken ontzettend veel geluk te hebben, want na zo’n 100 meter begint het flink te regenen. Gelukkig hebben we onze regenjasjes meegenomen, al doen die door de hitte en de wind, die de regen recht in onze kragen blaast, ook weinig af. We zijn in no-time kletsnat. We zetten ons verstand op nul en stappen gewoon door, we hoeven immers nog ‘maar’ acht kilometer te lopen (en ook weer terug). Niet veel later begint het langzaam donker te worden, maar dat is juist goed. Het schijnt namelijk nog mooier te zijn om de gloeiende lava in het donker de zee in te zien stromen en natuurlijk zijn wij goed voorbereid op pad met onze hoofdlampjes op zak! De laatste kilometers voelen we de hitte al van de gestolde lava afkomen waar wij overheen lopen en in de verte zien we de beroemde stoompluim tevoorschijn komen. Daar moeten we dus heen. De route over de ruwe lavabodem is gelukkig door middel van een koord aangegeven, anders hadden we niet geweten waar we veilig konden lopen. Wanneer we bij het eindpunt aankomen regent het nog steeds pijpenstelen en dus zit echt mooie foto’s maken er helaas niet in. We kijken temidden van de vele andere toeschouwers een tijdje dit bijzondere fenomeen en beginnen dan aan de lange weg terug.
Go Glamping!
Doorweekt kruipen we de auto in en trekken maar meteen onze kleren uit. We willen natuurlijk niet de bekleding van ons huurautootje verpesten! We zetten snel koerst naar onze bijzondere slaapplaats voor die nacht: een tent. Hawaï is namelijk absoluut niet goedkoop, daar waren wij snel genoeg achter, en dus zijn we op zoek gegaan naar goedkope accomodaties. Die zijn over het algemeen moeilijk te vinden, al kun je soms geluk hebben als je er via AirBNB op tijd bij bent. Zo kwamen wij uit bij Michael die zijn huis heeft omgetoverd tot een hotel en de bijbehorende tuin tot camping. Een aantal grote tenten, met daarin dubbellaags luchtbedden zijn voor ons de perfecte budget locatie voor een overnachting. Ons avondeten koken we in het huis en ook van de badkamer kunnen we gewoon gebruik maken. Op deze manier wisten we de kosten van ons bezoekje aan het bijzondere Hawaï toch nog redelijk binnen de perken te houden. Ondanks de regelmatige regen hebben we ons prima vermaakt en weten we al wel dat we de andere eilanden zeker nog een keertje willen bezoeken!
Dit bericht heeft 1 reactie
Het is niet mogelijk een reactie te plaatsen.
Wow, Hawaï… lijkt me fantastisch om daar ooit zelf een kijkje te gaan nemen! Jullie foto’s zien er echt super uit. Ik had geen idee trouwens dat het nog zo ver vliegen was vanuit Australië. Haha, die wc-bordjes… te komisch ook.En nu zijn jullie weer thuis??